Volg ons



02-04-2020

ONDERZOEK: PATSTELLING BEDREIGT ENERGIETRANSITIE,

Gemeenten storten zich op energiestrategieën en transitievisies warmte. Intussen wacht de burger op informatie over de verduurzaming van zijn huis. Die patstelling bedreigt de energietransitie, toont onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur.

Gemeenten storten zich op energiestrategieën en transitievisies warmte. Intussen wacht de burger op informatie over de verduurzaming van zijn huis. Die patstelling bedreigt de energietransitie, toont onderzoek van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur.

Ze willen echt wel, de Nederlanders. Ruim twee op de vijf hebben de afgelopen vijf jaar hun huis vooruitlopend op de energietransitie al energiezuiniger gemaakt. En zou de overheid hen een handje helpen met (bijvoorbeeld) meer informatie over verduurzaming, dan belooft 30 procent daar vervolgens iets concreets mee te gaan doen.

Maar waar moeten ze zijn voor isolatievraagstukken, of voor een nieuwe warmtepomp als vervanging van hun cv-installatie? Heeft het rijk daar een centrale postbus voor? Is er een gemeentelijk of provinciaal loket? Of moet je te rade bij je cv-installateur? Minder dan een vijfde van alle burgers weet waar hij met dit soort essentiële vragen terechtkan, zo blijkt uit het onderzoek ‘Duurzaam denken is (nog steeds) niet duurzaam doen’.

Er dreigt daardoor een stevig gat te ontstaan tussen de op hun warmteaanpak broedende gemeenten en de burger die daarop vooruitlopend al met zijn energievoorziening in de weer wil. Beter gezegd: tussen de gemeentelijke beleidsnota’s en de praktijk op straat. Bijna de helft van de burgers zou nu al graag meer informatie van hun gemeente willen hebben over hun toekomstige energievoorziening. Slechts 8 procent heeft die de afgelopen tijd daadwerkelijk ontvangen.

‘Je ziet in de energietransitie een opvallende spagaat’, stelt onderzoeker Jasper de Jong van I&O Research dan ook vast. ‘De burger zit eigenlijk te springen om meer informatie, maar het lijkt erop dat een gemeente eerst het totale transitieplaatje kloppend wil krijgen voordat die ermee naar buiten treedt. Liever wat later dan onvolledig. Het gevolg is dat de burger niet goed weet wat hij kan verwachten.’

Volgens zijn collega Peter Kanne doen gemeenten er beter aan de informatievoorziening in drieën op te knippen. ‘Begin ermee dat je burgers bijpraat over de gemeentelijke besluitvorming rond het hele proces. Dat kan nu al. Zo maak je het verloop van de transitie voor iedere burger beter inzichtelijk. Stap twee is informatie over de planning: wanneer is welke wijk aan de beurt, welke warmtevorm wordt daarbij overwogen? En als laatste stap: de financiële compensatie voor burgers. Wat moeten ze zelf betalen? Welke subsidiepotjes zijn er? Wat draagt de overheid bij?’

Aan de betrokkenheid van burgers bij de energietransitie ligt het niet, bewijst het onderzoek van I&O Research. Meer dan de helft van hen vindt het belangrijk om erbij betrokken te worden, bijvoorbeeld door via een enquête zijn mening te geven over de verduurzaming van de wijk. Een op de zeven houdt zich aanbevolen om over het proces mee te praten in een werkgroep of klankbordgroep. ‘Je merkt dat er draagvlak voor de energietransitie is’, stelt De Jong. ‘Veel mensen beseffen dat het nodig is, maar zitten in de “wachtstand”. Daar kunnen gemeenten meer van profiteren.’

De burger komt niet zomaar over de brug. Een overgrote meerderheid van 60 procent verwacht dat de gemeente hem bij de transitie financieel tegemoetkomt of informatie geeft over financiering en subsidie (48 procent). En de stap naar nieuwe energie willen ze alleen zetten wanneer er sprake is van een goed alternatief, als de energierekening niet stijgt én ze niet inleveren op warmtecomfort. En zelfs dat overtuigt niet iedereen. Ongeveer een op de acht burgers meldt in de enquête nooit van zijn vertrouwde gas af te willen, met welk aanbod de gemeente straks ook voor de deur staat