Volg ons



14-04-2021

Ontbossing van Amazone gebied komt ook door consumptie in Nederland

Nederland staat in de top 5 van Europese landen die zorgen voor ontbossing in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie. Dat schrijft het Wereld Natuur Fonds (WNF) in een nieuw rapport.

WNF: Nederland in top 5 Europese landen die worgen voor ontbossing.

Nederland staat in de top 5 van Europese landen die zorgen voor ontbossing in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie. Dat schrijft het Wereld Natuur Fonds (WNF) in een nieuw rapport.

In het rapport meldt de natuurorganisatie welke landen veel invloed hebben op het kappen van oerwouden en bossen in tropische gebieden. Nederland is één van de Europese landen op de lijst. Duitsland, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkijk, Frankrijk, België en Polen scoren ook hoog.

Sojabonen

Dat Nederland zo hoog op de lijst staat, komt vooral doordat wij veel soja naar ons land laten komen. Dat gebruiken wij voor een klein deel in ons eigen eten, maar vooral om voeding voor koeien, varkens en andere dieren van te maken. Om die sojabonen te kunnen verbouwen, worden oerwouden en bossen in de tropische gebieden gekapt. Dat kun je hierboven zien op de foto, gemaakt in het Aziatische land Maleisië. Hetzelfde geldt ook voor houtproducten, cacao en koffie.

16 procent

Nederland is dus niet het enige Europese land dat het niet goed doet. Samen met de rest van de Europese Unie zorgen wij voor zestien procent van alle ontbossing. China staat bovenaan de lijst. Dat land zorgt voor 24 procent van de ontbossing.

Strengere regels

Het WNF wil dat er iets gaat veranderen. Volgens de natuurorganisatie zijn de oerwouden en bossen nodig voor planten en dieren die er leven. Daarom wil de natuurorganisatie strengere regels in Europa om ontbossing tegen te gaan.

De NOS schrijft het volgende bericht over het rapport:

Nederland staat in de top-5 van Europese landen die bijdragen aan ontbossing. In een rapport van het Wereld Natuur Fonds staat dat Duitsland, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Frankrijk, België en Polen samen verantwoordelijk zijn voor tachtig procent van de ontbossing die wordt veroorzaakt door import van grondstoffen door EU-landen.

Als het gaat om de hoeveelheid tropisch gebied dat ontbost wordt per hoofd van de Europese bevolking, staat Nederland zelfs op de eerste plaats, aldus WNF. Waar de gemiddelde Europeaan in de onderzoeksperiode 2005-2017 verantwoordelijk is voor zo'n 5 vierkante meter ontbossing, is de Nederlander dat voor 18 vierkante meter.

Vooral voor veevoer

Uit het rapport Stepping Up: The continuing impact of EU consumption on nature is op te maken dat soja voor veevoer, palmolie en vlees de grootste impact heeft op oerwouden en andere natuur in tropische gebieden. Meer dan tachtig procent van de soja die naar Europa wordt verscheept, is bestemd voor veevoer.

Die soja verklaart volgens Sandra Mulder, grondstoffenexpert bij het Wereld Natuur Fonds, ook de grote ecologische voetafdruk van Nederland bij de ontbossing. Nederland is een belangrijke exporteur van vlees. Voor het Nederlandse vee is veevoer nodig, waarvoor soja geïmporteerd wordt.

Om soja te verbouwen worden oerwouden en andere natuur in tropische gebieden gekapt. Zo is de Europese Unie door de import van grondstoffen volgens WNF medeverantwoordelijk voor de vernietiging van 5 miljoen hectare tropisch bos per jaar.

De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie, Nevedi, zegt dat veel sojameel via Nederlandse havens wordt doorgevoerd naar andere Europese landen en dus onterecht aan Nederland wordt toegeschreven. "Het gebruik van sojameel voor Nederlands diervoer is met bijna 2 miljoen ton ongeveer 0,5 procent van de wereldproductie", zegt directeur Henk Flipsen. Mulder van het WNF zegt overigens dat doorvoer in het onderzoek niet is meegerekend.

De EU is als geheel verantwoordelijk voor 16 procent van de ontbossing als gevolg van de import van grondstoffen. Daarmee staat het op de tweede plaats, achter China (24 procent) en voor India (9 procent) en de Verenigde Staten (7 procent). Wel is het aandeel van de EU tussen 2005 en 2017 met zo'n 40 procent teruggebracht, staat in het rapport.

Strengere wetgeving nodig

Volgens Mulder van WNF zijn die miljoenen hectare tropisch bos hard nodig voor planten en dieren, en dus voor de biodiversiteit. Ook veroorzaakt het verbranden van gekapt bos grote hoeveelheden CO2-uitstoot. In veel tropische gebieden is bovendien nog genoeg grond beschikbaar om de landbouw daar uit te breiden, aldus Mulder. Het gaat om gebieden die al eerder ontbost zijn en nu braak liggen.

Het Wereld Natuur Fonds en Europese milieuorganisaties hopen op strenge Europese wetgeving om ontbossing tegen te gaan. De Europese Commissie komt waarschijnlijk voor de zomer met een wetsvoorstel. Een petitie voor een wet om wereldwijd bossen te beschermen, is vorig jaar door 1,2 miljoen Europeanen ondertekend.

WNF wil dat er een controlesysteem komt voor bedrijven. Die moeten zorgen dat hun producten niet gelieerd kunnen worden aan ontbossing of natuurvernietiging.

Volledig stoppen met soja niet aan de orde

Nevedi-directeur Flipsen benadrukt dat wereldwijde ontbossing en verlies aan biodiversiteit tegen moeten worden gegaan. "Daarom werken we sinds 2006 samen met onder andere het WNF om de diervoedergrondstoffen die ontstaan na het uitpersen van sojabonen en palmvruchten te certificeren volgens een internationaal erkend systeem. Die certificering zorgt ervoor dat in de productielanden strikte voorwaarden worden gesteld aan onder andere de arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijken, zonder ontbossing."

Het volledig stoppen met de import van soja- of palmproducten ziet Flipsen niet zitten. "De controle en certificering vanuit Europa zou hiermee wegvallen en de soja- en palmbedrijven die al wel hebben geïnvesteerd in de verduurzaming van hun teelten laten we dan in de steek."

Wel wil de diervoederindustrie zoeken naar alternatieve eiwitbronnen in Europa.