Volg ons



30-09-2017

Verkoop Eneco aandelen, wethouder Rotterdam blijf bij verkoop, wel de opbrengst in een duurzaamheidsfonds

Wethouder Visser van Rotterdam zegt dat zijn gemeente, wat hem betreft, bij de verkoop van de aandelen blijft. Opbrengst wel in duurzaamheidsfonds! Ook geeft hij aan dat er voorwaarden (mbt werkgelegenheid, duurzaamheid etc) kunnen worden gesteld maar dat er geen enkele garantie bestaat dat hier na verkoop ook aan voldaan wordt. Daarnaast mogen voorwaarden een goede prijs niet in de weg staan.
In Dordrecht hebben raadsfractie meer tijd gevraagd en komt de verkoop terug in de raad van 31 oktober as. Den Haag heeft een gesplitste besluitvorming. De huidige raad neem een principe besluit op 5 oktober, de nieuwe raad neemt na de verkiezingen van maart 2018 een definitief besluit.

Uit het NRC van 30 september 2017.

Eind oktober wordt duidelijk of Eneco een nieuwe eigenaar krijgt. Wethouder Visser over de chicanes bij het begin van het verkoopproces.

Hij heeft eurotekens in zijn ogen en negeert het belang van duurzaamheid en werkgelegenheid. De Rotterdamse wethouder Adriaan Visser (D66) krijgt veel kritiek sinds hij zich sterk maakt voor de verkoop van het groene energiebedrijf Eneco. Onterecht, vindt hij. Rotterdam is geen belegger en voor zijn duurzaamheidsambities niet afhankelijk van Eneco, net zo min als andersom. Sterker nog: „Laten we de opbrengst van de verkoop in een duurzaamheidsfonds steken”, zegt Visser.

Voor 31 oktober moeten de 53 gemeenten met aandelen beslissen: houden ze of verkopen ze hun belang in het energiebedrijf dat zichzelf een cruciale rol toedicht in de groene energietransitie in Nederland. Gemeenten die „nauwelijks” invloed op het bedrijf zeggen te hebben. „Als Eneco besluit om er 400 mensen uit te gooien, dan hebben wij daar niets over te zeggen. Datzelfde geldt voor buitenlandse investeringen”, zegt Visser, die als voorzitter van de aandeelhouderscommissie een vitale rol speelt in het proces. En als eigenaar van een belang van 31,7 procent.

Sinds Eneco begin dit jaar is gesplitst in een commercieel bedrijf en een netwerkbedrijf – Stedin, dat in overheidshanden blijft – wil een deel van de gemeenten van hun aandelen af. Juist vanwege hun geringe invloed en het risico op buitenlandse avonturen. „En omdat Eneco met een sterke partner een nog veel grotere rol kan spelen in de verduurzaming van Nederland”, zegt Visser. „Voor de goede orde: Shell investeert driemaal zoveel in hernieuwbare energie als Eneco.”

Rotterdam, Den Haag en Dordrecht, bij elkaar een meerderheid, spraken zich in augustus al uit voor verkoop. Een gelopen race, zo leek het. Tot deze week een meerderheid in de raad in Den Haag (goed voor 16,6 procent) zich tegen verkoop leek te keren. Ook kleine aandeelhouders als Amstelveen en enkele Friese gemeenten willen aandeelhouder blijven.

Zij voelen zich gesteund door Eneco-topman Jeroen de Haas, die zich duidelijk bezorgd toont over de verkoopplannen. Een venijnige briefwisseling zorgde afgelopen week voor nieuwe krassen in de toch al moeizame relatie tussen Eneco –geschatte waarde zo’n 2,5 miljard – en de aandeelhouders. De Haas wierp zich in een schrijven op als beschermer van gemeenten die hun stukken willen houden en sorteerde voor op een beursgang. Visser beschuldigde het Eneco-bestuur er vervolgens – eveneens per brief – van „verdeeldheid” te zaaien met „premature” en „onjuiste” informatie.

Eneco probeert dit proces te frustreren?

„Dat is correct. Te beïnvloeden, laat ik het zo zeggen. Het bedrijf neemt een voorschot op het proces van na 31 oktober.”

Maar de aandeelhouderscommissie – met negen wethouders – probeert toch ook te beïnvloeden? Zij is een fervent voorstander van verkoop.

„Ja, dat klopt. Wij vinden dat er geen publiek belang meer is in het commerciële bedrijf Eneco. Maar dat is iets heel anders dan aansturen op een beursgang. En Eneco stelt nu ook dat een gedeeltelijke verkoop geen impact heeft op de opbrengst. Iedereen weet dat je een premie betaalt voor volledige zeggenschap. De Haas gaat dan te ver, dat is gewoon niet fair.

„Natuurlijk moet er ruimte zijn voor gemeenten die aandeelhouder willen blijven. Omdat ze jaarlijks een mooi dividend krijgen en hun belang als financiële belegging zien bijvoorbeeld. Maar realiseren zij zich dat ze het risico lopen dat het dividend niet langer overeind blijft of dat ze zelfs bij moeten betalen?”

U heeft naar wethouders kritische vragen gestuurd die zij tijdens voorlichtingsbijeenkomsten aan Eneco konden stellen. Dat is toch ook beïnvloeding? „We hebben informatieve vragen en antwoorden gestuurd, dat klopt. Wanneer als argument wordt gebruikt dat we toch zo’n mooi bedrijf hebben, met windmolens langs de kust, dan is het bijvoorbeeld goed om te weten dat Eneco daar slechts een minderheidsbelang in heeft.”

Het beeld begint te schuiven nu Den Haag plotseling tegen is.
„Den Haag komt uiteindelijk aan boord. De PvdA is ineens gedraaid, maar dat is niet blijvend. Die partij kan natuurlijk nooit uitleggen dat de gemeente geen invloed heeft op de strategie en deels eigenaar is van een bedrijf waar de topman een – mag ik dat zeggen? – vrij aanzienlijk salaris heeft.”

Jullie hebben als aandeelhouders nooit eerder vragen gesteld over dat salaris van Jeroen de Haas van 694.000 euro. „Daar is natuurlijk wel eens discussie over geweest, maar er is geen barrière opgeworpen. In het algemeen kun je wel zeggen dat wij het als aandeelhouders niet goed hebben gedaan in het verleden. We hebben het allemaal laten gebeuren.”

Hoe beoordeelt u de rol van de commissarissen? Die gaan daar over.
„Ik vind het niet netjes om dat via de media te spelen. Het enige wat ik wil zeggen is dat commissarissen er voor het bedrijf zijn én voor de aandeelhouders. En in mijn optiek hebben ze de afgelopen jaren te veel op het bedrijf geleund. Nu moeten ze opschuiven naar de enige juiste positie, namelijk dat ze er vóór de onderneming en vóór alle aandeelhouders zijn.”

U stelt bij de verkoop voorwaarden om het duurzame karakter van Eneco te garanderen. Wat zijn die waard?
„We worden geacht een goede, niet een maximale opbrengst op te halen en duidelijke voorwaarden te stellen rond de duurzame strategie. We mogen niet allerlei barrières opwerpen en zeggen dat de prijs ons niet interesseert. Het moet een marktconforme prijs zijn. En wat die voorwaarden betreft, het eerlijke antwoord is dat je niet kan garanderen of daar uiteindelijk aan wordt voldaan.”