Volg ons



23-04-2021

Volkstuinieren goed voor geest en lichaam, vrijwilliger in het zonnetje

Hij is oprichter van vereniging De Vrije Tuinder, in 1982, en is nog steeds meerdere malen per week op zijn volkstuin te vinden, Pier van der Meer (77). De ontwikkelingen van de vereniging volgt hij vanaf de zijlijn. In de nabije toekomst zal er meer behoefte zijn aan volkstuinen, is Piers verwachting. “Je merkt dat, met name jonge, gezinnen steeds bewuster een gezonde leefstijl nastreven.

Vrijwilliger in het zonnetje
‘Volkstuinieren goed voor geest en lichaam’

Hij is oprichter van vereniging De Vrije Tuinder, in 1982, en is nog steeds meerdere malen per week op zijn volkstuin te vinden. Maar betrokken bij het bestuur is Pier van der Meer (77) niet meer. De ontwikkelingen van de vereniging, zoals de naderende verhuizing naar een nieuwe locatie, volgt hij vanaf de zijlijn. In de nabije toekomst zal er meer behoefte zijn aan volkstuinen, is Piers verwachting. “Je merkt dat, met name jonge, gezinnen steeds bewuster een gezonde leefstijl nastreven. Een volkstuin waar je je eigen groente, fruit en kruiden, veelal onbespoten, teelt sluit hier heel mooi bij aan.” De oud-voorzitter is nog steeds actief als vrijwilliger bij de vereniging, waar altijd wel iets te doen valt.

Pier woont sinds ‘74 in Dordrecht. Vanaf 1976 heeft hij een volkstuin. Eerst aan de Nieuweweg waar zich schooltuinen bevonden. Zes jaar later richtte hij de vereniging op die in 1995 moest verhuizen naar de Reeweg Zuid. “We vonden dat helemaal geen probleem. We gingen van 39 tuinen naar 72 en kregen er een mooi clubhuis bij”, vertelt hij. Het houden van een volkstuintje is goed voor een mens, stelt hij. “Het is goed voor je geest, om te ontspannen en natuurlijk ook voor je lichaam.” Pier ‘wroet’ al zijn hele leven in de grond. Het werd hem als kind al meegegeven. Hij weet dus hoeveel werk het is, het bijhouden van een volkstuin. “Daar verkijken mensen zich soms op. Je moet een tuin bijhouden. In de zomer dagelijks. Als ik in de zomervakantie een paar weken weg ben geweest, staat het onkruid kniehoog”, lacht hij. “Het is tachtig procent hard werken en twintig procent oogsten.” Het is verloop is laag onder de volkstuinhouders. “Het zijn échte liefhebbers, vaak ook met veel verstand van landbouw. Veel mensen hebben een etagewoning hier in de buurt.” Zelf woont Pier ook in de nabijheid van de vereniging, die in totaal uit zo’n anderhalf hectare bestaat, en stapt vaak dagelijks op de fiets om even naar zijn tuintje te gaan.

Vrijwilligers

Pier is een echte verenigingsman. “Als je betrokken bent dan merk je hoe belangrijk verengingen in de maatschappij zijn. Ik heb diep respect en grote bewondering voor alle vrijwilligers, mensen die zich in hun, spaarzame, vrije tijd inzetten voor een club. Het is zo knap dat er zoveel verenigingen in Dordrecht zijn! Dat is dankzij de vrijwilligers. Als zij zich niet zouden inzetten, dan waren al die verenigingen er niet. Ik vind dat dat besef er onvoldoende is en er heel wat meer waardering voor mag zijn.” De Vrije Tuinder is ook een vrij actieve vereniging. “Onze inspanning is onder meer om ook de tuinders van niet westerse afkomst bij de vereniging te betrekken. Gewoon door een praatje te maken en hen uit te nodigen om deel te nemen aan de activiteiten, die nu helaas stil zijn komen te liggen.” Die bestonden uit onder meer een kaartavond, een bingo, activiteiten met Kerst en Pasen en de clubdag op zaterdag. Daarnaast heeft de vereniging een onderhoudsploeg van het terrein. Vrijwilligers, waar Pier er één van is, die de paden onkruidvrij houden en het onderhoud van het materieel van de vereniging, zoals een trekker, verzorgen.

Raad en daad

Er hangt een prettige sfeer op de tuin, stelt Pier. “Tuinders delen tips. Het aardige is dat niet alleen de ‘witte man’ er een tuin heeft. Die telen vaak alleen maar aardappelen, sla, bonen, wortelen en uien. Er worden bijvoorbeeld ook de prachtigste kruiden geteeld. Wist je dat er van peterselie alleen al tien soorten bestaan? Ik nu wel.” Aanstormende tuintalent kan overigens ‘in de leer’ bij de voorzitter, maar ook altijd aankloppen bij ‘de buren’ voor raad en daad. “Er hangt hier echt een heel goede sfeer”, besluit Pier die zich niet meer met de politiek rondom de vereniging bemoeit. “Ook niet met de verhuizing die al zo lang op zich laat wachten, de onzekerheid die dat met zich meebrengt en de consequenties daarvan voor de vereniging.” Toch kan hij het, als oud-voorzitter en oprichter niet laten om één puntje aan te stippen: “Ik denk dat de behoefte aan een volkstuin alleen maar gaat toenemen. Het ontbreekt de gemeente, in tegenstelling tot andere gemeentes, aan een volkstuinbeleid. Dat zou echt ontwikkeld moeten worden omdat het een zeer belangrijke functie heeft binnen een stedelijke omgeving.”

Meer weten over De Vrije Tuinder? Zie www.devrijetuinder.nl